De dagelijkse perikelen van Jane 2.

De einde van de werkdag is in zicht voor Jane, ondanks de nare collega, toch wel een fijne dag, denkt Jane als ze haar laptop uitzet en huiswaarts wilt gaan. En dan ineens went haar collega zich tot Jane. “Heb je alles wel af wat ik aan je heb gevraagd” Wat!! Hoe durft ze,verbijsterd en vol ongeloof kijkt Jane haar collega aan, ze staat met een mond vol tanden. Waar haalt ze het lef vandaan, ze is mijn baas niet. Jane verstijft en verkrampt, juist nu ze zich even goed voelde, wordt ze weer onderuit gehaald. Allerlei verwensingen komen naar boven, maar ja, dat kan niet en beteuterd zegt ze, ja natuurlijk en druipt af. Woedend is Jane, woedend en wat een hoofdpijn ineens en nu moet ik ook nog naar mijn moeder. Wat voel ik mij rot en wat ben ik moe. Ik wil eigenlijk niets meer. Op haar tandvlees en vol schaamte vlucht Jane het kantoorpand uit. De frisse wind voelt heel even als een verademing en ze vermant zich. Ze voelt een gevoel van vrijheid, rust. Op naar haar moeder, eens kijken wat die allemaal te vertellen heeft. Het verplichte uurtje van de week.

Haar auto wil niet direct starten, als ze wil wegrijden bij kantoor. Nu dit weer, denkt Jane, na een paar keer starten, lukt het toch de auto aan de praat te krijgen en ze baant zich een weg door de regen, richting haar moeder. Jane neemt zich voor deze keer niet al te lang te blijven, het over koetjes en kalfjes te hebben en zich niet onder te laten sneeuwen. Zo kan ze snel naar huis, eten koken en een avond voor zichzelf te hebben, ze verheugt zich er al op. Bij binnenkomst ziet ze haar moeder nors voor zich uitkijken. “Je bent te laat!” is het eerste wat haar moeder Jane voor de voeten gooit. Jane laat zich niet kennen en zegt, klopt, ik kreeg de auto niet aan de praat en het was druk onderweg door de regen. “Daar heb ik allemaal geen boodschap aan”. Zegt haar moeder nors. Zo mam, hoe is ie? Een vraag die Jane beter niet had kunnen stellen, want een stortvloed van klaagzang volgt. Jane luistert naar de woorden van haar moeder en zucht eens diep. Waarom zucht je nu, vraagt haar moeder. Nou, omdat het elke keer dezelfde klaagzang is, er is nooit iets goeds. Ook dat had Jane beter niet kunnen zeggen, want ze krijgt van haar moeder de wind van voren. Kun jij makkelijk zeggen, jij hebt een makkelijk leventje. Een partner, waar je niets voor hoeft te doen, geld als water, een auto en ik, ik kan nergens heen, zit aan huis gekluisterd, je komt me nooit eens ophalen om samen iets gezelligs te doen. Gezellig, gezellig, denkt Jane, met jou iets gezelligs doen, moet er niet aan denken. Het enige wat ik dan hoor is hoe geweldig mijn leven is in jouw ogen, dat ik het allemaal geweldig op de rit heb en jouw leven kommer en kwel is. Nou mam, ik ga weer hoor. Nu al, je bent er net 15 minuten. Ja, maar het enige wat ik hoor is een herhaling van vorige week! Hoe durf je zo tegen mij te praten, de deur uit. Jane druipt af, niet begrijpend wat ze verkeerd heeft gedaan. Ze kwam voor haar zelf op en werd direct weer afgestraft. Wederom volgt een golf van woede in Jane, maar ze slikt alles in. Ze gaat naar huis, de enige plek waar ze geen gezeur aan haar hoofd heeft, want met haar partner wordt nog weinig gesproken.

Ze start de auto, en nee, hij doet het weer niet. Haar moeder, nieuwsgierig als ze is, komt al naar buiten en roept, doet het zeker niet hè! Wat zou het fijn zijn, denkt Jane, als ze eens zou zeggen. Jane, zal ik je even helpen. Niemand, niemand die dat tegen Jane zegt, ze voelt tranen opkomen, waarom wil in haar leven toch nooit iets lukken en is er elke dag wel iets van drama. Jane laat zich niet kennen en belt de ANWB. Dit betekent wachten en aangezien het regent, dan toch maar naar binnen bij haar moeder, de vernederingen aanhorend. Het lijkt wel of mijn moeder het geluk mij niet gunt, denkt Jane, maar weg is die gedachte weer. Ze loopt naar binnen en vraagt om een kop thee. Morrend begint haar moeder aan de thee. Ja, je kunt hier nu wel gaan zitten wachten, maar ik moet eten gaan koken, je vader komt zo en als dan het eten niet klaar is, is ie de hele avond niet meer te spreken. Jane begrijpt de reactie van haar moeder niet. Dan ben ik er, blijf ik langer, is het ook weer niet goed. Ahh gelukkig, de ANWB is gearriveerd. Laat die thee maar zitten, ik moet gaan. Ze rent naar buiten, haar moeder roept haar na, ik ben thee voor je aan het maken hoor, maar Jane is veel te blij dat de auto gerepareerd kan worden en luistert nergens meer naar. De accu wordt vervangen en Jane kan huiswaarts gaan. De dinsdag zit er op, althans bijna, Jane is moe en wil eigenlijk geen eten meer maken. Zal ik iets halen, denkt ze. Nee, maar niet doen, dan wordt Johan weer boos....Dus Jane rijdt naar huis, begint braaf het eten te koken, totdat een appje van Johan volgt. Hij komt niet thuis eten, eet met een collega. Jane is aan het einde van haar latijn. Doet ze hier al die moeite voor! Er schiet een gedachte door haar hoofd. Eten met een collega? Johan! Dat doet ie nooit, wat is er aan de hand? De gedachte ebt weg, Jane draait het vuur onder de pannen uit, gaat op de bank liggen en valt acuut in slaap, ze kan niet meer.....
Lees morgen het vervolg van de perikelen van Jane...Liefs Claire
 
Datum: 25-09-'18

Terug naar overzicht